Vandaag neem ik je mee terug in de tijd. Naar een tijd waarin ik me vaak anders voelde dan anderen, en niet begreep waarom. Ik voelde me regelmatig een buitenstaander en dacht dat er iets mis met me was. Pas veel later ontdekte ik de echte oorzaak. Dit is het verhaal van mijn zoektocht.
Anders zijn als kind
Vanaf jongs af aan voelde ik me anders. Mijn interesses weken af van die van andere kinderen. Terwijl zij oorlogje speelden, zat ik verdiept in een boek. In de klas droomde ik weg, totaal niet geïnteresseerd in rekenen, maar volledig opgaand in het leeskwartiertje. Buiten bouwde ik liever een hut in mijn eentje dan dat ik meedeed met een potje voetbal.
Nu is het zo dat wat anders is al snel vreemd gevonden wordt. En vreemd kan ook vertaald worden als raar. Dus dat kreeg ik regelmatig naar mijn hoofd. Door klasgenoten bijvoorbeeld. Maar ook volwassenen gaven mij dat gevoel. Ik ging dat geloven. Wat moest ik anders, als kleine jongen die alles probeert te snappen, en denkt dat volwassenen alle antwoorden wel zullen hebben?
Altijd was ik op zoek naar het waarom van dingen. Maar liep daarbij vaak tegen onbegrip aan. Mijn behoefte om eerst het grotere geheel te overzien om het nut van iets in te zien werd vaak niet op prijs gesteld. Waarom moet ik leren rekenen? Omdat ik dat zeg! Dat is iets waar ik nog steeds op afhaak. Ik wil weten hoe iets in het grotere geheel past, anders zie ik er het nut niet van in.
De basisschool was niet mijn beste tijd. Als ik de rapporten erbij pak, staan er dingen in als ‘is altijd afgeleid’ of ‘zit vooral uit het raam te kijken’. Dit was voor de tijd dat dingen als ADHD meer bekendheid hadden, en alles werd afgeschoven op mijn ouders die in scheiding lagen. En ik, ik nam dat maar aan. Ik kreeg het advies om me niet aan te stellen, en gewoon op te letten. Dat hielp niet echt. Nu weet ik dat ik het lesmateriaal gewoon totaal oninteressant vond.
De middelbare school ging iets beter, al bleef ik een buitenbeentje. Ik probeerde wel bij groepen aan te sluiten, maar ik zag iets interessants in meerdere groepen. En dus hoor je nooit ergens écht bij. In mijn laatste jaar op de HAVO had ik er geen zin meer in, en werd ik nogal opstandig. Het voelde allemaal zo zinloos. We verhuisden, en ik kwam op een school voor volwassenonderwijs terecht. Dat was een lifesaver. Op die school zaten namelijk allemaal mensen die niet pasten op een ‘normale’ school. We kregen enorm veel vrijheid. En werden serieus genomen door de leraren. We waren tenslotte volwassen. Uiteindelijk heb ik daar ook nog mijn VWO diploma gehaald nadat ik de HAVO klaar had.
Tijd om te studeren! Mogelijk onbewust op zoek naar antwoorden besloot ik psychologie te gaan studeren. En zoals elke nieuwe student die leert over ziekten en afwijkingen, dacht ik dat het allemaal op mij van toepassing was (er is zelfs een naam voor: medical student syndrome, ook van toepassing op psychologie studenten). Ik had best wel moeite met mijn aandacht bij het studeren houden. Was snel afgeleid. Vond zoveel andere dingen interessant. Koos de richting Neuropsychologie. Switchte naar werktuigbouwkunde. Switchte weer terug, maar naar Sociale psychologie. Maakte dat af en hoopte dat ik dan wel zou weten wat ik wilde worden. Spoiler: nee dus. Dat had ik me toch wel anders voorgesteld.
Zoeken naar antwoorden
Een baan vinden is heel lastig als je geen idee hebt wat je nu eigenlijk wilt doen. De zoektocht naar een baan viel me dan ook vies tegen. Dat ook de kredietcrisis nog langs kwam, hielp niet. Toch legde ik de schuld bij mezelf. Ik besloot uit te zoeken wat er ‘mis’ was met mij. Waarom ik bijvoorbeeld mijn aandacht niet zo goed bij dingen kon houden. Ik las over ADD. Herkende heel veel, en ging naar de huisarts. Die stelde voor dat ik me liet testen. Dat deed ik. Na een gesprekje met iemand bij de GGZ kreeg ik een diagnose ADD. En pillen. Succes verder! In het begin voelde dit goed, ik had eindelijk een antwoord (en een oplossing) voor mijn afwijkendheid. Ik weet nog dat ik meteen nadat ik die pillen kreeg naar de bibliotheek ben gegaan en een heel dik en saai boek heb uitgekozen. Ik heb het in een ruk uitgelezen. Dit was fantastisch! Dit duurde echter niet lang. Ergens van binnen voelde ik dat dit niet het antwoord was dat ik zocht. Twijfelde of die pillen nou wel echt hielpen nadat ik ze langere tijd gebruikt had.
Inmiddels had ik een baan gevonden. Ik kon dus eindelijk aan de slag. Als trainee-jongerencoach. Vol goede moed startte ik. Met veel energie ging ik bezig met afspreken plannen met jongeren. Die niet op kwamen dagen. Ik verveelde me dood. Zat uit het raam te kijken. Te wachten tot de volgende klant weer niet op kwam dagen. In de tussentijd begon ik na te denken over de gegevens die we van jongeren vastlegden. Dat deden we voor alle jongeren in het land (dit was nog voor het data-tijdperk waarin bijvoorbeeld privacy een belangrijke rol ging spelen). Ik ging daar analyses op doen. Kijken of de aannames die we hadden wel klopten. Vaak niet dus, bleek.
Op de hoogte blijven van de activiteiten van Bureau Hijlkema?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief
Ik dook daar helemaal in. Tot ongenoegen van mijn collega’s. Ik hielp hier geen klanten mee! Dat was niet ok! Dit liep best hoog op, tot ik er genoeg van had en ontslag wilde nemen. Toen mijn trainee begeleider langskwam gooide ik dat woedend voor zijn voeten. Hij bleef rustig, er verscheen een lachje op zijn gezicht. Hij vroeg me wat er precies aan de hand was. Luisterde geduldig. Gaf aan dat hij het begreep. En niet akkoord ging met mijn ontslag, maar een voorstel had. Hij zou mij meenemen naar het hoofdkantoor, waar ik gewoon eens rond mocht kijken. Dat deed ik, en dat was een gouden zet. Op dat hoofdkantoor was men zeer geïnteresseerd in wat ik met data deed. Het was het begin van 15 jaar data-analyse.
Nadat ik een tijdje aan het werk was geweest, begon het toch te jeuken. Het liep niet helemaal lekker, en ik dacht weer: oh ja, er is nog steeds iets mis met mij. Na wat onderzoek en veel leeswerk, vond ik HSP: Hoog Sensitieve Persoon. Ik herkende daar wederom heel veel in. Dus ik zocht een coach die daarin gespecialiseerd was. Een interessante verkenning. Maar ook hier weer dat gevoel dat dit het niet helemaal was.
Ik liet het rusten, en ging verder met mijn leven. Constant dat knagende gevoel ‘er is iets mis met je’ meedragend. Kreeg een baan die echt niet bij me paste. Mijn moeder overleed. Ik kwam in een burnout (maar was het dat wel?) terecht, en was noodgedwongen mijn zoektocht weer op te pakken. Ik kwam hele fijne en lieve mensen tegen om mee te praten.
Maar een antwoord vond ik niet. Bovendien had ik alles op alles gezet om weg te komen uit die niet passende baan. Dat was gelukt, dus dat probleem was er niet meer. Ik kon weer even vooruit.
De grote ontdekking
Tot ik dus weer vastliep. Dit keer in een bore out. Ik had een baan die onvoldoende van mij vroeg. Ik verveelde me letterlijk kapot. Ik ging weer verder zoeken, want ik had toch alle tijd. Op een gegeven moment liep ik tegen het begrip introversie aan. Weer ging er een lichtje aan. Zou dit het zijn? Ook nu zocht ik hulp bij een coach. Eentje die gespecialiseerd is in introversie. Ik vertelde over alles wat je zojuist gelezen hebt. En waar ik zoal tegenaan liep. Ze vroeg of ik misschien hoogbegaafd kon zijn.
Ik vond dat een absurd idee. Ik? Echt niet. Weet je hoeveel opleidingen ik niet af heb gemaakt? Ik heb niets baanbrekends gedaan. Er zijn er die veel slimmer zijn dan ik. Nee, doe niet zo gek. Dit gaat niet over mij.
De volgende sessie spraken we weer over van alles. En weer opperde de coach dat hoogbgeaafdheid best mogelijk zou kunnen zijn. Ze vertelde me dat heel veel van de dingen waar ik tegenaan liep, typisch zijn voor hoogbegaafden. Maar ook deze keer ging dat er niet in. In een latere sessie noemde ze het nog een keer, en dat het echt wel heel passend is. Toen ik eindelijk besloot om te onderzoeken wat hoogbegaafdheid eigenlijk inhield, viel ik van mijn stoel. Alles klopte. Alles wat ik ooit onder ADD, HSP en introversie had geschaard, viel samen. Dit was het antwoord waar ik al die jaren naar zocht.
Hoe meer ik me erin verdiepte, hoe meer ik dacht en voelde dat dit over mij ging. Ik keek eens terug naar hoe mijn leven is verlopen. En ineens herinnerde ik me dat ik tijdens mijn studie weleens een officieuze IQ test had gedaan. En dat de score daaruit duidelijk in die richting wees. Maar dat ik er weinig belang aan hechtte. Ik had namelijk nooit gedacht hoe groot de invloed van hoogbegaafdheid op mijn leven kon zijn. Of misschien was ik gewoon nog niet klaar voor dit antwoord, ik weet het niet.

Hoogbegaafdheid heeft een enorme impact op je leven. Maar als je het niet weet, kun je er niets mee.
Wat ik nu doe
Had ik dit maar eerder geweten. Maar ik ben dankbaar voor de mensen die me onderweg verder hielpen—en nu wil ik diegene zijn voor anderen. Misschien voor jou.
Of je nu net ontdekt dat je hoogbegaafd bent of al langer zoekt naar antwoorden, je hoeft dit niet alleen te doen. Via mijn blogs hoop ik je richting te geven en je aan het denken te zetten. En in mijn programma EHBO (Eerste Hulp Bij Ontdekking Hoogbegaafdheid) bied ik je de informatie en begeleiding die ik zelf zo had willen hebben.
Ik kan je niet beloven dat het makkelijk wordt. Maar ik weet wel dat het de moeite waard is.
Dus… waar wacht je nog op?
Meer weten over EHBO: Eerste Hulp Bij Ontdekking Hoogbegaafdheid?