Wouter Hijlkema

Hoe om te gaan met overprikkeling in het dagelijks leven

Hoe om te gaan met overprikkeling in het dagelijks leven

Heb je last van overprikkeling en zoek je naar manieren om ermee om te gaan? Lees dan verder. In deze blog leer je wat prikkels zijn en hoe ze werken. We bespreken de Prikkelcurve en hoe je op een optimaal prikkelniveau kunt blijven.

In mijn eerdere blog schreef ik over de symptomen van overprikkeling. Misschien herkende je bij jezelf dat je vaak macro-acties nodig hebt om te herstellen, zoals ik beschreef in een ander blog. Wat je gaat helpen in je zoektocht naar manieren om met overprikkeling om te gaan, is inzicht. Vandaag wil ik het daarom hebben over wat prikkels nu precies zijn, en hoe ze werken.

Prikkels, prikkels, prikkels

Goed, wat is nu eigenlijk een prikkel? Een goed moment voor een (voorlopige) definitie:

‘Prikkels zijn signalen uit de omgeving of uit jezelf die, bewust of onbewust, worden waargenomen.’ 

Signalen dus. En deze signalen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën, zoals:

  • externe prikkels: deze komen van buitenaf. Denk aan geluiden uit de omgeving. Misschien herken je het uit je werk, mocht je in een kantoortuin werken bijvoorbeeld. Je hebt dan geluiden van je collega’s, het koffiezetapparaat, de klimaatinstallatie die ook geluid maakt. Maar denk ook aan (te) felle verlichting, mensen die steeds langslopen, telefoongesprekken die je eenzijdig meekrijgt, dat soort dingen.
  • interne prikkels: deze komen van binnenuit. Je kunt dan denken aan je eigen gedachten. Je gedachten kunnen je verbeelding soms ook weer op gang brengen. Wat dan weer kan zorgen voor een emotie, die leidt tot een gedachte, die leidt tot… Herkenbaar? Sommige mensen zijn zich daarnaast ook bewust van hun eigen hartslag, of ademhaling. 
  • fysiologische prikkels: zoals temperatuur of pijn. Mocht je op een kantoor werken dan herken je misschien wel dat het klimaatsysteem eigenlijk nooit helemaal lekker afgesteld staat. Dan weer te warm in de zomer, en te koud in de winter. Eigenlijk zijn dit ook weer externe prikkels. De pijn uit dit voorbeeld kan zowel van binnen als van buiten komen.
  • emotionele prikkels. Deze prikkels kunnen zowel uit jezelf als uit je omgeving komen. Deze is misschien wel herkenbaar wanneer je je HSP-kenmerken hebt. Soms voel je de emoties van anderen in je omgeving aan. Dan is het een externe prikkel. Is het je eigen emotie, dan komt ie van binnenuit (maar misschien wel getriggerd door iets buiten jezelf).

Zo zie je dat prikkels op allerlei manieren te categoriseren zijn. Het belangrijkste onderscheid is naar mijn idee intern/extern. Komen de prikkels uit jezelf, of komen ze van buitenaf.

De werking van prikkels

Nu we een beeld hebben van wat een prikkel is, kunnen we gaan kijken naar hoe ze precies werken. Een manier om hiernaar te kijken, is met de Prikkelcurve. Deze gebruiken we in het traject Omgaan met overprikkeling. Je ziet hem in de afbeelding hieronder.

Hoe om te gaan met overprikkeling in het dagelijks leven: de prikkelcurve

Laten we eens goed naar deze Prikkelcurve kijken. We zien twee assen: horizontaal is de hoeveelheid prikkels. Verticaal zien we wat je ‘welzijn’ zou kunnen noemen, of gewoon hoe goed je je voelt. Wanner we links kijken, zie we dat er weinig prikkels zijn, en een laag welbevinden. Schuiven we dan langzaam naar rechts, dan nemen de prikkels toe, net als het welbevinden. Je gaat je dus beter voelen bij meer prikkels. Maar daar zit wel een maximum aan. De top van de curve is het punt waarbij je je optimaal voelt, met de voor jou ideale hoeveelheid prikkels. Dit is het voor jou optimale prikkelniveau. Krijg je meer prikkels, dan ga je je minder prettig voelen.

Belangrijk om hierbij te beseffen is dat ieder mens zijn eigen prikkelcurve heeft. Het kan zo zijn dat jouw optimale prikkelniveau (veel) hoger of lager is dan dat van anderen. Je zou dit kunnen zien als een prikkeldrempel: het punt waarop je welzijn door het toevoegen van meer prikkels weer af gaat nemen. Behoeften zijn nu eenmaal anders bij verschillende mensen. Heb je een hoge prikkeldrempel, dan heb je dus meer prikkels nodig om dat optimale niveau te bereiken. Andersom geldt dat wanneer jij een lagere prikkeldrempel hebt, je juist minder prikkels nodig hebt om op het optimale niveau te komen.

Onder- en overprikkeling

De afbeelding van de Prikkelcurve bevat nog meer informatie. Helemaal links, waar je dus (te) weinig prikkels hebt, en je je niet optimaal voelt, zie je ‘onderprikkeling’ staan. Helemaal aan de andere kant, waar je dus juist (heel) veel prikkels hebt, zie je dat je welbevinden ook laag is. Dat noemen we overprikkeling. 

Laten we dit eens combineren met jouw persoonlijke optimale prikkelniveau of drempel. Hierboven schreef ik al dat mensen hierin verschillen. Mensen die een hoge prikkeldrempel hebben, zullen niet zo snel overprikkeld raken. Bij hen ligt juist onderprikkeling op de loer. Heb je echter een lage prikkeldrempel, dan ben je dus ook sneller overprikkeld.

Nog even terug naar het plaatje. En dat optimale prikkelniveau dat je bij de top ziet staan. En zo voelt ie ook, top! I Dat is het punt waarop je precies genoeg prikkels hebt. Niet teveel en niet te weinig. Je zou het ook flow kunnen noemen. Alles klopt en werkt zoals jij het graag hebt. Het liefst zit je altijd op die plek. Maar helaas, zo werkt het nu eenmaal niet…

Prikkels tijdens je dag

Want je beweegt je gedurende de dag steeds over die Prikkelcurve. Dan heb je weinig prikkels, en voel je je niet helemaal top. Dan krijg je meer prikkels, je voelt je beter. Je zit op het optimale punt, je zit in de flow! Lekker! Maar dan krijg je nog meer prikkels, en voelt het niet zo lekker meer. Misschien ga je weer terug naar optimaal, of zoek je even rust, waardoor je weer naar onderprikkeling gaat. 

Is dat erg? Nee, zeker niet. Zo werkt het nu eenmaal. Zolang je de balans weet te vinden is het prima. Helemaal niet erg om af en toe bijvoorbeeld overprikkeld te raken, als je daarna dan maar weer rust kunt vinden. Hetzelfde geldt voor overprikkeling. Niet erg, zolang het maar wordt afgewisseld door perioden waarin je meer actie hebt. Het wordt pas vervelend wanneer je langdurig aan de kant van overprikkeling of onderprikkeling zit. 

Wanneer je te lang aan de overprikkeling kant zit, heb je onnodig veel behoefte aan de macro-acties waar ik eerder al over schreef. Je gebruikt je weekend en vakanties vooral om bij te komen. Gaat dit lang genoeg door, dan lukt bijkomen niet meer in die weekenden en vakanties. Je bent dan onderweg naar een burn-out. Wanneer je aan de andere kant juist structureel te weinig prikkels hebt, ga je je vervelen. Verveling kan ook stressvol zijn. Duurt dit langer dan gewenst, dan kan zich chronische onderprikkeling ontwikkelen. Onder andere door de stress die daarbij komt kijken, lijkt dit op een burn-out. Maar het is een bore-out. De oorzaak is anders, en de oplossing dus ook.

Prikkels in het dagelijks leven

Ok, heel leuk, om te weten hoe prikkels werken. Maar hoe ga ik er in de praktijk dan mee om? 

Wat je om te beginnen zou kunnen doen, is je op verschillende momenten tijdens de dag eens afvragen waar je op de Prikkelcurve zit. Gewoon even voelen. Alles draait om bewustzijn. Zit ik op een optimaal punt? Mooi, lekker in de flow blijven. Merk je dat je onderprikkeld bent? Ga eens kijken of je prikkels toe kunt voegen. Ben je overprikkeld? Stop dan even met wat je aan het doen bent. Neem even afstand als dat kan. Loop een rondje. Speel met je huisdier als die in de buurt is. Doe een ademhalingsoefening. Je hoeft daarvoor echt niet als een boeddhistische monnik op een meditatiekussen te gaan zitten. Begin gewoon met één of twee keer heel bewust diep in en uit te ademen. In door de neus, uit door de mond. Als dit goed voelt, doe het drie keer, dan vier, enzovoorts. Wees ook niet te streng voor jezelf. Niemand kan altijd maar op dat optimale niveau zitten. En dat is helemaal niet erg, af en toe onder- of overprikkeling hoort gewoon bij het leven. Balans, daar gaat het om.

Dit vormt de basis van hoe je om kunt gaan met prikkels, en hoe je kunt gaan leren de regie over prikkels weer terug te pakken. Wil je hier graag mee aan de slag, maar zou je hier wel wat hulp bij kunnen gebruiken? Dan kun je altijd even contact opnemen met mij om daar eens verder over te praten. 

Symptomen van overprikkeling

Symptomen van overprikkeling

Je leest steeds vaker over overprikkeling. Ergens heb je het idee dat het misschien wel over jou gaat. Maar eigenlijk heb je helemaal niet zo’n beeld van hoe overprikkeling eruit ziet. Daarom vandaag een blog over de symptomen van overprikkeling. 

De symptomen van overprikkeling kunnen zowel heel subtiel als heel duidelijk zijn. Meestal begint het heel subtiel, en op een gegeven moment wordt het steeds duidelijker. Je lichaam fluistert als het ware eerst tegen je wanneer er iets aan de hand is. Wanneer je daar niet naar luistert zal het steeds een beetje meer lawaai gaan maken. Totdat het luid genoeg is voor jou om te horen. In dit blog zal ik verder ingaan op hoe dat eruit kan zien. Ik zal zowel ingaan op de ‘meer lawaai’ kant als het subtiele gefluister. Laten we beginnen met de lawaaiige signalen, en dan pellen we af naar de subtielere signalen.

Macro- en micro-acties

Wat betreft de hele duidelijke en lawaaiige signalen, schreef ik vorige week al een blog over macro- en micro-acties. Een macro-actie is bijvoorbeeld een heel weekend (of misschien wel langer) nodig hebben om te herstellen van je (werk)week. Wanneer je vaak een macro-actie nodig hebt, is dát een duidelijk signaal. Je hebt de actie nodig omdat je voor langere tijd over je eigen grenzen bent gegaan. 

Nu is het niet zo dat je nooit moe mag worden. Zo werkt het leven niet, soms wordt je gewoon moe, dat is heel normaal. En helemaal niet erg. Maar wanneer je vaak een heel weekend nodig hebt om te herstellen van je (werk)week, zou dit wel een signaal kunnen zijn om zelf aan de slag te gaan met je overprikkeling.

Goed, even terug naar de macro-actie die ik hierboven al noemde. In de macro-actie kun je ook al wat ‘kleinere’ symptomen herkennen:

  • Je bent moe
  • Je hebt nergens zin in, wilt alleen maar slapen 
  • Je bent geïrriteerd en prikkelbaar, dingen zijn je al snel teveel 

    Zo zie je dus, dat dat gevoel van een weekend nodig hebben om te herstellen bestaat uit meerdere elementen. 

    Symptomen van overprikkeling

    Meer symptomen van overprikkeling

    Laten we eens kijken naar de week die vooraf ging aan dit herstel-weekend. Wellicht herken je (een aantal) signalen uit deze lijst:

    • Geen focus. Dit is een beetje het ‘kip zonder kop’ gevoel. Je bent van alles aan het doen, maar echt ergens op focussen lukt niet. Je doet allerlei dingen door elkaar, maakt niks af.
    • Een benauwd gevoel. Dit is een duidelijk waarschuwingssignaal. Het kan voelen of er een band strak om je borst zit. Je ademhaling is oppervlakkiger dan gebruikelijk. 
    • Verkrampte spieren. Herken je dat? Je schouders zitten vast, je hebt last van je rug. Je nek doet zeer, en dat trekt door naar je hoofd, waardoor je vaak hoofdpijn hebt. Je kaken kunnen ook strak staan.
    • Een gevoel van onrust. Het lukt je niet om te ontspannen, je voelt je steeds opgejaagd. Je kunt niet goed stil zitten.
    • Een algemeen gevoel van teveel. Teveel werk, teveel verplichtingen, teveel lawaai…
    • Slapen is problematisch. Je komt niet makkelijk in slaap, en als dat wel lukt, wordt je vaak wakker.
    • Een ‘tollend’ hoofd. Je hoofd blijft maar aan staan. Gedachten vliegen in sneltreinvaart door je hoofd. Vaak zijn dit pieker-gedachten. En jij wilt alleen maar rust. 
    • Een gevoel van leegte na een dag op kantoor gewerkt te hebben.

    De signalen in deze lijst kunnen subtiel zijn. Vaak heb je het helemaal niet zo door dat je bijvoorbeeld geen focus hebt. Dat opgejaagde gevoel redeneer je misschien weg door tegen jezelf te zeggen dat je nu eenmaal een drukke week hebt. En dat het erbij hoort. Deze lijst is niet volledig, er zijn meer signalen die kunnen duiden op overprikkeling.  

    Herken jij je in verschillende signalen?

    Weet dan dat je kunt leren om met jouw overprikkeling om te gaan. Zo kun je in het traject ‘Omgaan met overprikkeling’ inzicht krijgen in jouw persoonlijke prikkelgevoeligheden, en leer je herkennen wanneer je overprikkeld bent, en hoe je dit kunt managen. Zodat ook jij je leven kunt gaan leiden zoals jij dat graag wilt. Plan een Verhelderend Gesprek in, dan vertel ik je meer over het traject, en geef ik je alvast een tip op maat mee.

    Micro- en macroacties

    Macro- en micro-acties

     

    Hoe ziet jouw weekend eruit?

    Misschien heeft jouw (werk)week zoveel van je gevraagd dat je eigenlijk niet zo veel doet. Je slaapt uit, hangt een beetje rond, slaapt misschien nog een beetje. Je kijkt Netflix en bestelt een pizza, want zin om te koken heb je niet. Voor je gevoel heb je dat echt nodig, een heel weekend om bij te komen. Soms is een weekend zelfs niet genoeg. 

     

    Wel vervelend als je eigenlijk ook nog iets anders zou willen doen. Want is dat echt hoe je je leven wilt leiden? Alleen maar werken en uitrusten? Er zijn nog zoveel mooie dingen om mee te maken waar je op deze manier niet aan toekomt. En dat is toch zonde!

     

    Dat hele weekend een beetje rondhangen op de bank is wat we in het traject ‘Omgaan met overprikkeling’ een macro-actie noemen. Je neemt het hele weekend om te herstellen van je (werk)week. Op zich natuurlijk goed om hersteltijd te nemen. Maar het feit dat je daar een heel weekend voor nodig hebt (misschien wel langer), is wel een duidelijk signaal dat je tijdens je (werk)week over je eigen grenzen bent gegaan. Je wacht tot je helemaal ‘leeg’ bent, en neemt dan, min of meer gedwongen, rust. Omdat je zo lang gewacht hebt met hersteltijd nemen, duurt het herstel ook langer.

     

    Wat zou er gebeuren als je niet zo lang zou wachten? Als het je zou lukken tijdens je (werk)week en dag korte herstelmomentjes in te bouwen?

     

    Die kleine herstelmomentjes noemen we micro-acties in het traject ‘Omgaan met overprikkeling. Een micro-actie doe je op het moment dat je aanvoelt dat je even teveel prikkels hebt gehad. Het kan zo klein zijn als vijf keer bewust ademhalen nadat je in een vergadering hebt gezeten. Of iets groter: niet lunchen achter je bureau, maar gewoon even naar buiten. Het gaat erom dat het bij jou past, en dat jij het makkelijk in kunt bouwen in je dagelijkse leven.

     

    Wat je daarvoor nodig hebt, is bewustzijn. Wanneer raak jij overprikkeld, en waardoor? En belangrijker, wat kun je dan doen? In het begin van het traject zul je merken dat je nog veel gebruik maakt van macro-acties. Gedurende het traject krijg jij steeds meer inzicht in wanneer overprikkeling zich voordoet, en zal je aanpak steeds meer uit micro-acties bestaan. Je zult daardoor steeds minder macro-acties nodig hebben, waardoor je energie over zult houden. Misschien kun je in het weekend dan ook eens wat anders gaan doen. Hoe fijn zou dat zijn?

     

    Wil jij hier mee aan de slag? Of wil je meer weten over het traject ‘Omgaan met overprikkeling’? Boek dan een (gratis) kennismaking