De zomer is een mooie tijd om te reflecteren. Om eens kritisch te kijken naar waar je mee bezig bent, en te bepalen of dat (nog) wel is waar je écht mee bezig wilt zijn. Of je bijvoorbeeld nog wel de uitdaging hebt in je bezigheden. Of het eigenlijk wel loopt, enzo.
Zo begon mijn zomer met een knagend gevoel van frustratie. Ik besefte dat ik inmiddels een jaar lang fulltime ondernemer was, en dat ik er vrij weinig mee verdiende. In sommige maanden zelfs helemaal niets. Nieuwe klanten voor mijn coachpraktijk had ik al maanden niet gehad. En ook het ondernemersplatform waar ik aan werkte, leverde onvoldoende op. Een akelig besef. Het loondienst-spook kwam ook al langs om me te vertellen dat ik altijd weer een baan kon gaan zoeken. Iets wat ik dus écht niet wil.
Er moest iets veranderen. Op mijn Zweedse vakantieberg, waar ik in de rust en stilte zat, was dat besef er ineens. Dat kwam best wel binnen. Ik had geen flauw idee wat ik eraan moest doen. Nadat ik dat verlammende gevoel een beetje los kon laten (dat duurde wel even…) ben ik dingen op een rijtje gaan zetten.
Ik kwam tot de conclusie dat coaching alleen mij intellectueel onvoldoende uitdaagde. Hetzelfde constateerde ik bij mijn werkzaamheden voor het ondernemersplatform. Dus nam ik afscheid van het platform. Wat volgde was een zoektocht naar wat dan wel. Ik ging eerst eens bij mezelf te rade. Wat is het waar ik nu echt blij van word?
Daarvoor moest ik zo dicht mogelijk bij mezelf zoeken, want daar kun je dat soort antwoorden vinden. Ik keek naar wat ik (bijna) vanzelf doe, wat zeg maar mijn default-gedrag is. En dat is onderzoek doen. Ergens diep in duiken. Er alles over willen weten. Mijn wereldbeeld opbouwen, door wat ik leer uit te proberen, en zo te ontdekken wat voor mij werkt. Dat is mijn kern.
Toen ik vervolgens keek naar mijn (werk)verleden, moest ik constateren dat ik dat eigenlijk altijd al wist. In ieder geval onbewust, want het loopt als een rode draad door mijn verleden. Wanneer ik kijk naar de banen die ik gehad heb, dan zat er vrijwel altijd een onderzoekselement in. Wat direct de vraag opriep waarom die banen dan uiteindelijk niet voor me werkten. Daarvoor moest ik wat dieper duiken.
Meestal begint zo’n baan doordat ik ergens door gefascineerd raak, en ik mogelijkheden zie binnen die baan om die fascinatie verder uit te diepen. Dan kost het me weinig moeite om die baan te ‘krijgen’. Vol goede moed begin ik dan aan zo’n baan. Dat gaat dan heel goed. Tot een bepaald punt. Dan heeft het ‘object van fascinatie’ een bepaald doel opgeleverd. Er is een product uit gerold, of ik vind dat ik er genoeg vanaf weet. En dat is het punt dat ik me ga vervelen. Eigenlijk het punt waarop het tijd is voor een nieuwe fascinatie. Kan ik die niet vinden in de baan waarin ik zit op dat moment, dan is het dus eigenlijk tijd voor een andere baan. Dat had ik zelf niet zo erg door op die momenten, maar zo terugkijkend is dat wel de conclusie die ik trek. Bovendien was er zoiets als CV schaamte waardoor ik bleef waar ik was. Ik had toch een goede baan?
Dit stuk van mijn zoektocht leverde me een aantal mooie inzichten op:
- Ik ben een onderzoeker. Daar word ik écht blij van. Ik doe het vanzelf. Dit MOET dus onderdeel zijn van wat ik dagelijks doe.
- Fascinatie voor het onderwerp is heel belangrijk. Ik vind veel onderwerpen interessant, maar ook weer niet alles. Dit is een criterium om rekening mee te houden bij het kiezen van mijn ‘onderzoeksgebied’.
- Als ik klaar ben, is het klaar. Dan heb ik een nieuwe uitdaging nodig. Een project moet dus niet te lang duren. Die lengte is afhankelijk van wanneer ik het gevoel heb dat ik het antwoord op het vraagstuk gevonden heb.
Mooi, dat weet ik dan. Maar ik ben er nog niet. Want het is nog steeds niet heel duidelijk hoe dat er concreet uit zou moeten zien. Dus besloot ik verder te gaan in deze zoektocht. In een volgend blog vertel ik je over wat ik daarna heb gedaan.
Krijg als eerste een seintje als er een nieuw blog online komt
Ook ander nieuws kan in die mail terecht komen, maar zeker niet vaker dan eens per week!