Hoogbegaafd en prikkelgevoelig: zo wordt je overexcitability een kracht

Prikkels zijn er in soorten. Vijf, om precies te zijn. Dabrowski noemde ze overexcitabilities:

  • Verbeelding: een rijke fantasie, levendige innerlijke beelden, creativiteit.
  • Emotie: diep voelen, empathie, intense innerlijke beleving.
  • Sensorisch: gevoeligheid voor zintuiglijke input (geluid, geur, licht, aanraking, smaak).
  • Psychomotorisch: veel fysieke energie, drang tot beweging, lichamelijke expressie.
  • Intellectueel: nieuwsgierigheid, liefde voor analyseren, verbanden leggen.

Toen ik deze indeling ontdekte, viel er veel op zijn plek. In dit artikel neem ik je mee in mijn zoektocht: waar mijn gevoeligheden liggen en hoe ik er uiteindelijk mee leerde omgaan.

Geluid als stoorzender

Geluid is voor mij een stoorzender. Luid pratende mensen of het lawaai van gereedschap kunnen mij tot waanzin drijven. Dat is duidelijk een sensorische overexcitability.

In het dagelijks leven lukt het me steeds beter hiermee om te gaan. Er was een tijd dat ik hier slecht mee om kon gaan. Ik probeerde vooral lawaai te vermijden. Ik kan je vertellen, dat is niet te doen.  Zoekend naar een betere oplossing kwam ik de overexcitabilities tegen, die mij handvatten geven om ermee om te gaan.

Maar daarmee was ik er nog lang niet.

Een kracht

Er was één ding dat er bij mij niet in wilde. Dabrowski zegt namelijk dat een overexcitability eigenlijk een talent is. Een gave zelfs. 

Totaal overprikkeld door de bladblazers onder mijn raam stond dat mijlenver af van mijn beleving. Hoe kan iets dat mij helemaal leegtrekt een gave zijn? Ik kon me er niets bij voorstellen.

Toch liet dit idee me niet los. Het had zich in mijn onderbewuste genesteld. 

Want verstandelijk begreep ik het punt wel. Een extra gevoelig gehoor kan je in staat stellen om dingen beter te horen. Nuances te onderscheiden. Intens te genieten van muziek. Subtiele veranderingen in een stem op te merken die iets verraden over emotie of gevoel. Maar ik voelde het niet. Mijn gevoelige gehoor was alleen maar een last.

De balans

Pas veel later leerde ik hoe dit precies zit. Ik had eerst balans nodig. De weegschaal is hier een nuttige metafoor. Je ziet er eentje hieronder. 

Rechts zie je gevoeligheden staan. Links behoeften. Zijn die in evenwicht, dan ben jij dat ook. Balans is nooit statisch. Je moet steeds bijsturen om hem te bewaren. Balanceren dus. Een werkwoord. 

Het is niet genoeg om alleen de prikkels te vermijden waar je gevoelig voor bent. Je moet óók kijken naar de prikkels waar je behoefte aan hebt. Pas dan ontstaat er ruimte. Je systeem komt tot rust, overprikkeling neemt af.

De last van de gevoeligheid verdwijnt.

En dát is het moment dat je ontdekt dat die gevoeligheid een kracht kan zijn. Pas dan. Niet eerder.

Wil je meer weten over prikkels en hoe je ermee om kunt gaan? Lees dan ook mijn andere blogs over dit onderwerp.

Verder lezen

  • Doorbraak in prikkelmanagement: hoe één sessie al verschil kan maken - Saar is altijd moe.Ze werkt in een kantoortuin, reist anderhalf uur per dag met de trein, en rent van de ene naar de andere meeting.Tijd om echt werk te doen? Alleen in de verloren uurtjes tussendoor. Maar haar hoofd gonst dan nog van alle gesprekken.’s Avonds ploft ze uitgeblust op de bank. Geen energie om…
  • Hoogbegaafd en prikkelgevoelig: zo wordt je overexcitability een kracht - Prikkels zijn er in soorten. Vijf, om precies te zijn. Dabrowski noemde ze overexcitabilities:Verbeelding: een rijke fantasie, levendige innerlijke beelden, creativiteit.Emotie: diep voelen, empathie, intense innerlijke beleving.Sensorisch: gevoeligheid voor zintuiglijke input (geluid, geur, licht, aanraking, smaak).Psychomotorisch: veel fysieke energie, drang tot beweging, lichamelijke expressie.Intellectueel: nieuwsgierigheid, liefde voor analyseren, verbanden leggen.Toen ik deze indeling ontdekte, viel…
  • Van individueel probleem naar maatschappelijk vraagstuk: overprikkeling - Hoe overprikkeling ook op maatschappelijk niveau een probleem is We praten vaak over overprikkeling alsof het iets individueels is. Maar wat als het de hele samenleving treft? Want een maatschappij bestaat uit individuen. Als genoeg mensen vastlopen, wordt het probleem vanzelf groter. Dan hebben we het niet meer over persoonlijke klachten, maar over een maatschappelijk…